Kerry James Marshall
Tijdens de jaren 2000 maakt Marshall een hele reeks schilderijen onder de noemer Vignette. Hij keert hiervoor terug naar kleinere formaten en een nieuw genre. De schilderijen zijn oefeningen in terughoudendheid, er is niets hard of storend aan het sobere karakter van het oppervlak.
De vignetten tonen Afro-Amerikanen in romantische scènes – ze spelen verstoppertje, dansen in weilanden, wandelen hand in hand door het gras,... . De figuren in deze reeks zijn zowel geïdealiseerd als afgevlakt. Ze suggereren idealen van een beter toekomst, zelfs al herinneren ze ons aan zwarte stereotypen die de media construeerde. Deze Eden roept een nostalgisch gevoel op, maar heeft nooit bestaan.
De titel Vignette verwijst naar de term die in gebruik kwam in de 18de eeuw om foto's met een decoratieve randversiering te omschrijven en die een bepaalde persoon of situatie afbeeldde. Marshall bestudeert Fragonard (1732-1806) en Boucher (1703-1770), de hele Rococo periode, waarin plezier en overdaad overheersen. Hij neemt de thema's over en concentreert zich op liefde en romantiek in een stedelijke of voorstedelijke omgeving. Maar Marshall combineert deze onderwerpen met de soberheid van grisaille, om niet aan “alle beloften van dit decadente genre toe te geven”.
De reeks richt zich op het historische gebrek aan voorstellingen van Afro-Amerikanen in de Europese kunstgeschiedenis. “By adopting characteristics of specific periods and styles, I would like for my paintings to call attention to the absence of works by black artists in those moments where non is represented. The new paintings, entitled Vignette, make the absence very clear.” Marshall maakt gebruik van een discrete stilistische parodie om het hypothetische emotionele leven van de zwarte bevolking te verbeelden alsof ook zij in de 18de eeuw konden leven met romantische pastorale condities, net zoals hun slavenmeesters toen.