Kerry James Marshall
De portretten Scout Boy (1995), Scout Girl (1996) en Scout Master (1996) bieden een ongemakkelijke verbinding. Enerzijds tonen ze vertrouwen in het succes van de zwarte middenklasse. Voor je aan vrijetijdsbesteding kan doen moet je immers al een zekere rijkdom bezitten. Scouting wordt traditioneel gezien als een vrijetijdsactiviteit voor blanke jongeren uit de middenklasse. Marshall toont ons hier hoe de zwarte middenklasse deze traditionele activiteiten van de blanke middenklasse kopieert en zich zo succesvol voelt. De cartooneske lichtsterren achter de portretten suggereren bovendien dat de figuren superhelden zijn. Anderzijds lijken ze niet te genieten van dit licht. Ze lachen niet, hun ogen zijn waakzaam. De zwarte scouts lijken deel uit te maken van een vreemde herdenking.