"Er bestaan geen tirannieën die niet proberen de kunst in te perken, omdat ze zien welke kracht kunst heeft. Kunst kan de wereld dingen vertellen die op een andere manier niet gedeeld kunnen worden. Kunst brengt gevoelens over."

- Volodymyr Zelensky, President van Oekraïne

Jan Fabre

©image: Attilio Maranzano, © SABAM Belgium 2018
Mur de la montée des anges, 1993-1993
Installatie , 142 x 53 cm
chicken wire, jewel beetles

De Antwerpse beeldend kunstenaar en theatermaker Jan Fabre (°1958) is een artistiek fenomeen met vele gezichten. Hij is een energiek performer die de grenzen van de theatrale toelaatbaarheid opzoekt, en hij is een toegewijd grafisch kunstenaar die met scarabeeën en bic-tekeningen een universum creëert dat wemelt van de mystieke referenties, metamorfoses en personificaties. Tijdens uitdagende performances gebruikt hij vanaf de jaren tachtig zijn eigen lichaam als experimenteel laboratorium om de bulkende vitaliteit van het bestaan uit te drukken. Driften, verlangens, schoonheid en sterfelijkheid zijn weerkerende thema’s, zowel op het podium als in zijn beeldend werk. In de jaren die volgen krast hij nachtblauwe bic-tekeningen en maakt hij vergulde sculpturen van dieren en schedels. Fabre fantaseert, verheerlijkt en etaleert, maar achter de oogverblindende schoonheid schuilt steeds een andere wereld, een dierlijke onderwereld. Zijn intense belangstelling voor insecten blijkt al uit enkele collages en tekeningen van kevers en spinnen uit de latere jaren zeventig, maar komt pas tijdens de jaren negentig tot uiting wanneer hij zijn feeërieke Mur de la montée des anges modelleert, een sierlijke bruidsjurk van groenblauwe juweelkevers. Het toont de romantische schoonheid van een vrouwensilhouet, maar de vederlichte vorm wordt slechts vastgehouden door een indringend besef van vergankelijkheid. Hoewel we van dichtbij geconfronteerd worden met een dreigende chaos van verstrengelde dierenlichamen, is het van op afstand de kleur en vooral de schittering van de ontelbare dekschilden die de aandacht trekt. Jan Fabre noemt de kever “het geheugen van de natuur” en “radar van het menselijk bestaan”, refererend aan de geharnaste buitenkant die dient als schild voor het kwetsbare innerlijk.