Jan Fabre
Insecten zijn sinds het prille begin alomtegenwoordig in het werk van Jan Fabre. Op twintigjarige leeftijd, eind jaren zeventig, maakt hij insectentekeningen en transformeert hij insecten tot surreële objecten of hybride wezens. Maar ook in zijn latere werk blijven de lichamen en bewegingen van deze eigenaardige wezens zijn oeuvre inspireren. Spinnen, kevers en cocons dienen er als metafoor voor wonderbaarlijke metamorfoses en oneindige cycli van geboorte, dood en wedergeboorte. Fabre zet insecten in als tussenwezens en boodschappers om zijn eigenzinnige kijk op de wereld naar de toeschouwer over te brengen.