Jan Fabre
Antwerpen, havengebied, Brasschaat en Schilde
Om materiaal te vergaren breekt de jonge kunstenaar in in de villa’s van de rijkere buurten rond Antwerpen. Hij en zijn vrienden vormden de bende van Cartouche. Wat ze stelen wordt verkocht voor tekenmateriaal of gebruikt in installaties.
'Ik werd gedwongen op verschillende vlakken actief te zijn, want thuis was er geen geld om mijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te betalen. Dus kwam ik als jongeman terecht in het straatleven. Om te overleven en om alle materialen te betalen die nodig waren aan de Academie werkte ik tijdens het weekend in restaurants en was ik ook een ondermaatse, kleine, maar vindingrijke gangster. Ik brak in in villa’s en stal alles van waarde wat ik maar kon dragen.' (bron: Celant, G. Jan Fabre. Stigmata. Acties & Performances 1976-2013. Skira, 2014, pp. 4-5)