Jan Fabre
Hoewel de tekeningen, sculpturen, performances en toneelstukken van Jan Fabre algemeen gekend zijn, genieten zijn films minder bekendheid bij het grote publiek. Toch verhelderen ze de vreemde wereld van impulsiviteit, parodie en ritualisering die Fabre oproept. Tussen 1980 en 1982 produceert hij een reeks van 16 korte 8mm films. Al deze werken worden gekenmerkt door een obsessie voor de cyclische vorm en voor herhaling. “Herhaling is tastbaar gemaakte tijd, visueel gestructureerd,” zegt de kunstenaar hierover zelf.
Het repetitieve en absurde van de handelingen verraadt de invloed van Luis Buñuel. De uiterst precieze belichting en montagetechnieken maken van deze videokunstwerken een uniek genre. Als Fabre voor het medium film kiest, doet hij dat dan ook niet om een performance op te nemen, maar om de specifieke taal en eigenschappen van de camera uit te spelen. In Fonteintje zien we de kunstenaar zelf de rol van fontein op zich nemen. “Ik hou ervan om ‘privé’ voor de camera acties te ondernemen. Ik heb genot en plezier om de meest idiote en extreme dingen te doen met mijn lichaam. (Ben ik een voyeur van mezelf?)”