Jan Cox
Net zoals in Oh! Those Voices, Boston, 1972 tracht Cox in Het volk jubelt de dagelijkse ervaring en omgeving te vatten door flitsen van herinneringen en gevoelens weer te geven. Vaak verbindt Cox zijn ervaringen met Bijbelse verhalen en mythen uit de oudheid, waardoor zij de anekdotiek van het louter subjectieve overstijgen. Het zijn obsessionele thema’s, waarin visioenen door drankmisbruik afwisselen met visioenen over dood en ondergang. De ets Het volk jubelt maakt deel uit van een reeks etsen gewijd aan de geschiedenis van Judith en Holofernes, een tragisch verhaal over liefde en dood waarin, net zoals bij Orpheus en Eurydice, net als in de Illias, de vrouw de oorzaak is van conflict en rampspoed. Aan de hand van dit Bijbelse verhaal evoceert Cox zijn relatieproblemen met de vrouw en desubjectiveerd het hiermee tegelijk. Onder de mythische bodem borrelt Cox’ eigen verhaal: “de grondidee ervan [van Judith en Holofernes] is dat elke vrouw potentieel een Judith kan zijn. Ik bedoel daarmee niets negatiefs maar steun alleen op mijn eigen ervaring en op wat ik bij anderen heb gezien. De vrouw kan de man die ze verleidt ook doden.”