Almagul Menlibayeva gebruikt verwijzingen naar haar nomadische achtergrond en de wijdverbreide Sjamanistische tradities van Centraal-Azie voor de constructie van een persoonlijke mythologische wereld. In de mythologie van de nomaden van Kazachstan is Tengri de naam van de oppergod, god van de schepping en van de lucht. Tengri Boy portretteert hem als een jongeman, die zorgzaam een schaap vasthoudt. Menlibayeva's gebruik van nomadische, pre-sovjet verwijzingen geeft haar zoektocht naar een nationale identiteit voor Kazachstan weer. De wedergeboorte van Tengri als een jongen fungeert als een poging om de humanistische waarden van de Kazakse nomadencultuur te beschermen.